Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], De koning nu had den hoofdman, [30]op wiens hand hij leunde, over [31]die poort gesteld; en het [32]volk vertrad hem in de poort, dat hij stierf, gelijk de man Gods gesproken had, die het sprak, als de koning tot hem afgekomen was. 30. Zie boven, vs.2. 31. Door welke men ging naar het leger der Syriers. 32. Te weten, dat met grote menigte en in haast ten dele uit de stad zocht te wezen, zeer begering naar de spijs en den buit, die in het leger en daar buiten met overvloed te bekomen waren, ten dele inkwam, geladen met spijs, drank, klederen, wapens, enz., en medebrengende veel beesten.